Teambuilding werkt, op voorwaarde dat het goed gebeurt. “Wetenschappelijk onderbouwd dus”, zegt professor Frederik Anseel. “Kooksessies kunnen amusant zijn, maar een beter team krijg je daar niet mee.”
Professor Anseel is kritisch voor alles wat typisch als teambuilding gepropageerd wordt. “Rafting, rapellen, samen koken, stadszoektochten enzovoort. Eigenlijk is dat vooral entertainment en heeft dat weinig te maken met het gestructureerd verbeteren van teams. Deelnemers aan zo’n sessie zullen met een goed gevoel naar huis gaan, maar twee dagen later is alles terug zoals vroeger.”
Voor wat goede teambuilding is, verwijst de professor naar de academici Marissa L. Shuffler, Deborah DiazGranados en Eduardo Salas (Department of Psychology and Institute for Simulation and Training, University of Central Florida). In 2011 schreven zij een artikel op basis van verzameld onderzoek: There’s a Science for That: Team Development Interventions in Organizations.
Goede teambuilding, is daar te lezen, kan op vier manieren benaderd worden:
1. Doelen bepalen, zowel op individueel als op teamniveau.
2. Interpersoonlijke relaties opbouwen zodat het vertrouwen groeit en conflicten opgelost geraken.
3. Rollen verhelderen voor een betere communicatie tussen teamleden.
4. Problemen oplossen zodat complexe beslissingen in het team beter genomen kunnen worden.
Huiswerk
De conclusie die Frederik Anseel daar aan koppelt, is dat teambuilding vooral hard werken is en om een zeer goede voorbereiding vraagt. “Teambuildingactiviteiten moeten ontwikkeld worden op basis van rolanalyse en van wat er fout loopt in het team dat je onder handen wil nemen. Uiteindelijk moet je zo tot een simulatie komen, weliswaar in een andere context, van de activiteiten die ook op de werkplek worden uitgevoerd. De oefening moet de realiteit zo dicht mogelijk benaderen.”
Professor Anseel gebruikt het voorbeeld van een voetbalploeg die gaat raften. Gaan ze daardoor beter spelen? “Natuurlijk niet. Het is maar door automatismen op het veld te oefenen dat die ploeg efficiënter en beter zal worden. Met een team in een bedrijf is dat net zo. Goede teambuilding refereert altijd naar de reële werkomstandigheden.”
Hoe pakt een werkgever dat best aan? Door zijn huiswerk te maken. Teambuilding begint met het noteren van alles wat er in een team gebeurt en waar er aan moet gewerkt worden: rollen op papier zetten, problemen noteren, relaties in kaart brengen…
Simulatie
“Eigenlijk start de teambuilding daar al”, vertelt professor Anseel. “Betrek het hele team bij die voorbereiding, bespreek wat er schort, wat de doelstellingen zijn (goal setting), maak de onderlinge rollen duidelijk (role clarification). Die analyse is een groot stuk van het teambuildingtraject. Daarna kan je activiteiten doen: een rollenspel of eventueel een doe-activiteit, op voorwaarde dat die een simulatie is van wat er op het werk gebeurd. Enkel zo kan je bepaalde patronen inoefenen om er daarna anders mee om te gaan.”
Staat dat ludieke momenten in de weg? Niet altijd. Je kunt een salesploeg loslaten in een stad met de opdracht zoveel mogelijk geld op te halen voor een goed doel. “Dat kan ook heel leuk zijn, maar tegelijk focus je op je echte werk. Plezier maken moet je zeker niet uitsluiten bij teambuilding, maar het is geen doelstelling op zich.”
Frederik Anseel is professor industriële en organisatiepsychologie bij Universiteit Gent en hoofd van de onderzoeksgroep VIGOR die als doel heeft innovatie in organisaties te stimuleren en er research naar te doen.
Nood aan hulp bij het voorbereiden van een effectieve teambuilding?
Lees hier over onze aanpak, of mail Caroline Savoye voor meer informatie.