Afkopen van studiejaren: ja of nee, en wat levert het op?

Moeten we onze studiejaren nu afkopen of niet? En zo ja, wat kost het ons en wat levert het ons op? Op het recente Pensioencongres van Kluwer Opleidingen rekende Paul Roels, General Manager van PROcrea en lector aan de KU Leuven, het haarfijn uit.

 

In principe kan iedereen voortaan zijn of haar studiejaren afkopen. De regeling geldt voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Er zijn wel verschillen, afhankelijk van de categorie. Zo wordt de regularisatie aangevraagd in het stelsel waarin de aanvrager zich situeert. Bevindt die zich op het moment van de aanvraag in geen van de drie stelsels, dan gebeurt de regularisatie in het stelsel waarin de aanvrager laatst actief was. Wie onder meerdere stelsels valt, kan kiezen in welk stelsel dat hij of zij geregulariseerd wil worden. Dat is bvb. het geval voor een werknemer die zelfstandige in bijberoep is.

 

Welke studieperioden komen in aanmerking?

  1. Voor het hoger onderwijs geldt het principe zowel voor universitaire als voor de niet-universitaire richtingen, en voor het hoger technisch-, beroeps-, zeevaart en kunstonderwijs met volledig leerplan. Een studiejaar loopt van 1 september tot 31 augustus.
    Het moet gaan om lessen die een volledige cyclus omvatten. Dat wil zeggen dat naast het dagonderwijs ook het avondonderwijs of de open universiteit meetelt, op voorwaarde dat er tijdens die periode geen pensioen wordt opgebouwd.

De duur is beperkt tot het minimum aantal vereiste studiejaren om het diploma te bekomen. Bisjaren of verlengingen van de studieduur komen dus niet in aanmerking.
Er kan ook maar één diploma worden geregulariseerd, tenzij er meerdere diploma’s nodig zijn om het einddiploma te behalen. Dat is bvb. het geval voor geneesheer-specialisten.

 

  1. Ook de studieperioden waarin een doctoraat werd voorbereid, kunnen worden geregulariseerd. De duur kan niet meer bedragen dan twee jaren. Als er tijdens die periode al pensioenrechten werden opgebouwd– door bvb. te werken als assistent – kunnen die uiteraard niet worden geregulariseerd.

 

  1. Om te kunnen voldoen aan de regularisatie moeten de studiejaren tijdens een beroepsstage voldoen aan drie voorwaarden:
  • het behalen van een diploma was een voorafgaande voorwaarde om de stage te vervullen
  • na afloop van de stage is het behalen van een wettelijk erkende beroepskwalificatie verplicht
  • de stageperiode mag niet in aanmerking komen voor de berekening van een pensioen. Dat is bvb. het geval indien er voor de stage een vergoeding werd gegeven. De duur ervan is ook beperkt tot het minimumaantal studieperiodes om de beroepskwalificatie te bekomen.

 

  1. De perioden waarin een leerovereenkomst liep, tellen mee vanaf het jaar van de 15de Ook hier geldt dat de periode niet in aanmerking mag komen voor de berekening van een pensioen. In de praktijk is de periode meestal beperkt tot 1 jaar.

 

  1. Studiejaren van het middelbaar onderwijs worden beperkt tot de perioden van 1 jaar waarin onderwijs wordt gevolgd dat aansluit bij het zesde jaar. Het gaat hier om het zogenaamde zevende jaar.

 

  1. Voor buitenlandse diploma’sgeldt dat ze erkend moeten worden door de Belgische overheid. In de praktijk is dit een gemeenschapsmaterie.

 

Ambtenaren

Tot eind november vorig jaar konden de ambtenaren een zogenaamde diplomabonificatie genieten. Dat wil zeggen dat de studiejaren die vereist waren voor de benoeming, automatisch werden meegeteld in de berekening van het pensioenbedrag. Maar sinds 1 december 2017 wordt die diplomabonificatie niet langer automatisch toegekend. Voortaan zullen dus ook ambtenaren een regularisatiebijdrage moeten betalen om die studiejaren te laten meetellen in hun pensioenberekening. Daar staat tegenover dat studiejaren die leidden tot diploma’s die geen recht gaven op een bonificatie voortaan ook kunnen worden geregulariseerd.

Het bedrag dat ze moeten betalen, wordt bepaald op de datum van het indienen van de regularisatieaanvraag. Gebeurt de regularisatie binnen de tien jaar na het beëindigen van de studies, dan betaalt de aanvrager 1.500 euro per geregulariseerd studiejaar. Gebeurt de aanvraag later, dan is het bedrag afhankelijk van de actuele waarde van het latere pensioen dat wordt uitbetaald.

De wetgever voorziet evenwel een dubbele overgangsregeling.

  1. Gebeurt de aanvraag tussen 1 december 2017 en 30 november 2019, dan is er een vermindering van de bijdrage met 15%, tot 1.275 euro.
  2. Gebeurt de aanvraag tussen 1 december 2019 en 30 november 2020, dan geldt die vermindering voor 1.500 euro.

Deze bedragen zijn proportioneel in functie van het aantal geregulariseerde maanden.

 

Werknemers en zelfstandigen

Voor werknemers en zelfstandigen die hun studiejaren willen afkopen, wordt het bedrag dat ze moeten betalen bepaald op de datum van het indienen van de regularisatieaanvraag. Gebeurt de regularisatie binnen de tien jaar na het beëindigen van de studies, dan betaalt de aanvrager 1.500 euro per geregulariseerd studiejaar. Gebeurt de aanvraag later, dan is het bedrag afhankelijk van de actuele waarde van het latere pensioen dat men zal krijgen.

Voor deze categorie is er een overgangsregeling voorzien. Die loopt tot 30 november 2020.

  • Een bijdrage van 1.500 euro per te regulariseren periode van 12 maanden.
  • Dit is een geïndexeerd bedrag (aan index 141,59).
  • Tijdens deze overgangsperiode kunnen alleen de studieperioden vanaf 1 januari van het jaar van de 20steverjaardag worden geregulariseerd. Daarna kunnen ook de jaren vóór de twintigste verjaardag worden geregulariseerd.

 

Wat levert het op?

Per geregulariseerd studiejaar wordt het pensioenbedrag van een alleenstaande verhoogd met 266,66 euro (22,22 euro/maand). Voor een gezinspensioen is dat 333,33 euro (27,78 euro/maand). In principe is dat bedrag dus na 5 jaar en 7 maanden of na 4 jaar en 6 maanden terugverdiend. Maar in de praktijk is dat uiteraard zonder de fiscus gerekend.

Ten slotte is er nog dit: geregulariseerde studiejaren tellen alleen mee voor de verhoging van het pensioenbedrag, niet voor het bepalen van het aantal jaren dat nodig zijn om op pensioen te kunnen gaan.

 

Fiscaal attest

Wie zijn of haar studiejaren wil afkopen zodat ze mee worden berekend in het pensioenbedrag, krijgt voor de bijdragen een fiscaal attest. De regularisatiebijdrage is een sociale bijdrage die aftrekbaar is van het belastbaar inkomen. Die regeling is gebaseerd op art. 52, 7° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992:

“de persoonlijke bijdrage ter uitvoering van de sociale wetgeving of van een wettelijk of reglementair statuut dat de betrokkenen van het toepassingsgebied van de sociale wetgeving uitsluit, vormt een beroepskost.”

Het belastingvoordeel is gelijk aan het percentage belasting dat betaald zou zijn op de hoogste schijf van het inkomen.

De pensioendienst levert een fiscaal attest af. De belastingplichtige kan de uitgaven in zijn aangifte aangeven onder rubrieken ‘1257/2257 – niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen’.

 

Zin in meer?

Wil je meer te weten over de meest recente wetswijzigingen en de gevolgen ervoor voor de werkgever? Dan is de opleiding ‘Aanvullende bedrijfspensioenen (de groepsverzekering): volledige reeks’zeker iets voor jou!

 

SaveSave

SaveSave

SaveSave

Avatar foto

Auteur

NCOI Learning: een team van experts die organisaties en professionals tips aanreiken over leren en ontwikkelen

Lees ook

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect