Scrum Masters balanceren op een dun koord, een misstap is snel gezet. Geef je het Scrum Team te veel advies? Dan verwachten ze dat je hen steeds zegt wat te doen. Geef ze te weinig advies en je team begint te slabakken. 3 veelgemaakte fouten waar je je als Scrum Master beter niet aan zondigt en hoe je ze vermijdt…
Scrum?
Een term uit de rugbysport. Bij een Scrum proberen beide teams, schouder aan schouder, de bal naar voren te duwen. In software ontwikkeling verwijst Scrum naar een werkmethode, waarin het team en het product centraal staan. Het belangrijkste gegeven van een Scrum is dat het team zichzelf aanstuurt. Een Scrum Master is dus geen project manager, maar een ‘facilitator’.
Sprint?
Het programmatiewerk wordt verdeeld in sprints of iteraties. Elke sprint heeft een relatief korte tijdsduur: tussen de 2 en 4 weken. Het doel van elke sprint is om een potentieel verkoopbaar softwareproduct op te leveren. Het product moet na elke sprint volledig getest zijn en alle features moeten correct functioneren.
1. Laat de ene sprint niet in de volgende sprint overlopen
Het gebeurt dat je team niet al het werk van de ene sprint gedaan krijgt en het meeneemt naar de volgende. Op zich is dat geen probleem, het getuigt van een gezonde ambitie. Gebeurt het echter te vaak, dan dreigt de scheiding tussen de verschillende sprints te vervagen. Hou je team dus op scherp als een deadline nadert en stel eventueel de ambities voor de volgende sprint wat bij. Wanneer je merkt dat alles goed gaat, kan je de lat opnieuw iets hoger leggen.
2. Neem niet steeds de leiding tijdens de dagelijkse Scrum meetings
Begrijp het niet verkeerd, als Scrum Master moet je aanwezig zijn bij de Scrums en het team up-to-date houden. Alleen is het niet aan jou om te bepalen wie er het woord neemt en wat er gezegd moet worden. Als je dat wel doet, ligt de focus van de discussie te veel op jezelf. Laat het initiatief daarom aan het team over. Een goede Scrum Master voelt aan wanneer er dieper op iets moet worden ingegaan: “Kan je ons wat meer uitleg geven?” Of “Kan je het probleem beter omschrijven?”
3. Doe geen 2 sprints vlak achter elkaar
Voorkom dat je team aan een nieuwe sprint begint wanneer ze de vorige nog ‘in de benen’ hebben – zelfs Usain Bolt heeft rust nodig na elke wedstrijd. Als je dat niet doet, riskeer je een burn-out. En als je merkt dat je team meer werk op de planning zet dan dat ze in een eerdere sprint bewezen hebben aan te kunnen, roep ze dan een halt toe. Zelfs als ze dat werk afkrijgen, is het goed mogelijk dat ze vermoeid en overmoedig aan de volgende beginnen.
Een goed tempo is bijvoorbeeld ‘6×2+1’: zes sprints van twee weken, gevolgd door een sprint van één week. Waar het team aan werkt in de korte spint, is volledig aan hen: sommige teamleden gaan voor persoonlijke ontplooiing – lezen, videotraining, … – anderen kiezen om minder belangrijke codes op te kuisen of te experimenteren met nieuwe features. Het grote voordeel is dat ook de opdrachtgever dan een week de tijd heeft om, zonder afleiding, zijn product te testen en zijn feedback op te lijsten.
Zin in meer? De training 'Certified ScrumMaster' stoomt je klaar om als Scrum Master uw projectteam te begeleiden en te faciliteren. Breng je bovendien de Scrum Alliance certificatietest tot een goed einde? Dan ontvang je het CSM-certificaat. Tijdens de Engelstalige opleiding Certified Scrum Product Owner leer je alles over de aanvoer en prioritering van het werk voor het Scrum team. Door de opleiding SAFe® 4.0 for Teams te volgen, kan je de Scrum filosofie tot op business niveau brengen.
Bron: Mike Cohn
