Het verbintenissenrecht: klaar voor de 21ste eeuw

Het verbintenissenrecht: klaar voor de 21ste eeuw
Waar staat het ondertussen met het nieuwe verbintenissenrecht? Wat zijn de belangrijkste nieuwigheden? En wat is hun invloed? Ontdek het hier!

Het verbintenissenrecht staat aan de vooravond van een moderniseringsronde door de wetgever. Wat zijn de belangrijkste nieuwigheden? En hoe zullen die hun invloed hebben? Meester Thijs Tanghe (Eubelius en UGent) geeft tekst en uitleg.

Een grote revolutie is het wetsvoorstel over Boek 5 van ons Burgerlijk Wetboek, Het Verbintenissenrecht, niét, zegt meester Tanghe. “Het gaat vooral over een codificatie van bestaande rechtspraak en bepaalde rechtsleer. Het verbintenissenrecht steunde tot nog toe grotendeels op de Code Napoleon uit 1804. Ondertussen is er natuurlijk wel wat veranderd. Over pakweg de exceptie van niet-nakoming vind je in Code Napoleon bijvoorbeeld niks terug. Daarom drong een modernisering zich op. Dit wetsvoorstel mag je dan ook vooral zien als een soort verankering van wat in de praktijk al bestaat, maar nog niet steeds uitdrukkelijk in het oud Burgerlijk Wetboek opgenomen is.”

Ondertussen, in coronatijden

Dat gezegd zijnde, zijn er in het nieuwe wetsvoorstel toch ook wel een aantal echte nieuwigheden opgenomen. “Ik denk bijvoorbeeld aan de aanvaarding van de imprevisieleer, een hot topic in tijden van corona”, zegt meeste Tanghe. “Die leer laat simpel gezegd in bepaalde gevallen toe om een contract te heronderhandelen of te beëindigen wanneer er na het sluiten van een contract nieuwe omstandigheden voordoen die de uitvoering ervan bemoeilijken.” Als je momenteel met een bindend contract zit, heb je soms “pech” en moet je het contract “uitzweten”, ook bij gewijzigde omstandigheden.

Een echte nieuwigheid is de aanvaarding van de imprevisieleer, een hot topic in tijden van corona.
Thijs Tanghe

Een tweede nieuwigheid is het algemeen verbod op kennelijk onevenwichtige bedingen. Een soortgelijke bepaling bestond al langer in consumentencontracten (b2c) en sinds kort ook voor ondernemingscontracten (b2b). Belangrijk is wel dat de het algemeen verbod in het voorgestelde Boek 5 beperkt is tot niet-onderhandelde contracten (“toetredingscontracten”). Die beperking geldt niet in de b2c- en b2b-context, zodat de ongelijkheid nog blijft bestaan en een wijziging van de b2b-wet zich misschien opdringt.

Tot slot wijst meester Tanghe ook nog op de nietigheidssanctie die wordt beperkt. “Een overeenkomst kan wel degelijk ongeoorloofd zijn, maar een rechter kan er toch voor kiezen om de nietigheid niet uit te spreken indien die sanctie kennelijk ongeschikt is. Op die manier dreigt de nietigheid grotendeels buitenspel te worden gezet.”

De laatsten van de klas

Aan de nieuwigheden voor Boek 5 die nu op tafel liggen, is al een gans proces voorafgegaan, met een eerste wetsvoorstel dat van april 2019 dateert. “Frankrijk heeft in 2016 zijn verbintenissenrecht al aangepast, meer dan 200 jaar na de Code Napoleon, dus het werd misschien tijd dat wij er ook eens aan begonnen”, zegt meester Tanghe. “Duitsland en Nederland zijn ons zelfs al veel eerder voorgegaan. Alleen België en Luxemburg waren bij de laatsten van de klas (lacht).”

Het voordeel van deze vernieuwingsoperatie is dat de rechtszekerheid op een aantal vlakken bevorderd wordt en het verbintenissenrecht , althans voor de jurist, toegankelijker wordt gemaakt, stelt de advocaat. “Zo zullen zaken die niet of slechts zeer summier in het huidige wetboek worden behandeld, voortaan geregeld worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de schadebeperkingsplicht. Nu wordt dat in een contractuele context doorgaans aan de goede trouw gekoppeld. In het nieuwe wetboek krijgt die plicht een eigen, zelfstandige plaats. Er komt dus meer duidelijkheid, maar hier en daar zal er toch discussie blijven bestaan en mogelijk zelfs nieuwe worden gecreëerd, denk ik.”

Veel zaken die niet of slechts zeer summier in het huidige wetboek worden behandeld, worden voortaan geregeld.
Thijs Tanghe

Ondanks de waardering voor de inspanningen van de opstellers, is toch er ook wel wat kritiek op het Wetsvoorstel. Meester Tanghe vindt het bijvoorbeeld jammer dat de wetgever niet uitdrukkelijk aangeeft van welke regels expliciet kan afgeweken worden. “Dat wordt inderdaad niet bepaald en dat is misschien wel een gemiste kans. De auteurs van het wetsvoorstel schrijven dat ze dit “niet haalbaar” achtten. Dit is opmerkelijk: in Boeken 3 en 8, respectievelijk Goederenrecht en Bewijsrecht, die ook vernieuwd worden, kan het wél. Daarin wordt vermeld dat je van alle bepalingen kunt afwijken, tenzij de wetgever anders bepaalt. Dat zou ook voor het nieuwe verbintenissenrecht nuttig zijn geweest.”

Ook het indammen van de nietigheidssanctie vindt meester Tanghe niet bepaald een verbetering. “De nietigheid van een contract bekomen, is nu al geen evidente zaak. Wie gaat zich daar nog aan wagen als een rechter kan zeggen: ja, je hebt gelijk dat de overeenkomst ongeldig is, maar toch verklaar ik het contract niet nietig wegens “kennelijk ongeschikt”. Ik vrees: almaar minder gegadigden.”

Nieuw verbintenissenrecht: waar staan we op dit moment?

Het Wetsvoorstel houdende boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek werd op 10 maart 2022 door de Kamercommissie Justitie in eerste lezing aangenomen. De teksten, alsook het advies van de Raad van State vind je terug op de website van de Kamer.

In 2020 werden ook de werkzaamheden rond boek 1 “Algemene bepalingen” afgewerkt. De redacteurs van de boeken 1 en 5 zagen toen in dat vier artikelen uit boek 5 “Verbintenissen” moesten overgeheveld worden naar boek 1 omdat zij algemeen geldende bepalingen bevatten die het volledige Burgerlijk Wetboek aangaan (m.n. de bepalingen over de rechtshandeling, de kennisgeving, de vertegenwoordiging en het rechtsmisbruik). Boek 1 werd ingediend bij de Kamer als wetsvoorstel van 24 februari 2021.

Het zijn dan ook beide wetsvoorstellen tot invoeging van boek 1 resp. boek 5 in het BW, die dan samen met amendementen éénparig goedgekeurd werden in de Kamercommissie Justitie op 10 maart 2022. Er volgt een tweede lezing op 22 maart 2022.

Daarnaast werden de voor buitencontractuele aansprakelijkheid voorbehouden zestig artikelen weggelaten uit boek 5 en zullen zij in een boek 6 opgenomen worden. Voorlopig zijn daar nog geen verdere teksten van beschikbaar.

Zin in meer?

Tijdens de studiedag Actualia Verbintenissenrecht staan we stil bij deze hervormingen. Tijdens de voormiddag staat het nieuwe verbintenissenrecht en het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht centraal. Resp. Prof. Ignace Claeys en dr. Dimitri Verhoeven geven dan een stand van zaken en belichten de voornaamste wijzigingen. Tijdens de namiddag zoomen we dan verder in op het samenspel van het bewijs- en het verbintenissenrecht (mr. Simon Deryckere) en maakt dr. Nick Portugaels enkele bedenkingen bij de invloed van het nieuwe verbintenissenrecht op de vaststellingsovereenkomst.

Avatar foto

Auteur

Bieke Cauwenberghs is productmanager Legal, Fiscaliteit en Accountancy bij NCOI Learning.

Lees ook

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect