België bereidt zich voor op de oprichting van het Europees openbaar ministerie

Niet minder dan 22 EU-landen zijn het eens geworden over de oprichting van een “Europees openbaar ministerie” voor de bestrijding van zware grensoverschrijdende criminaliteit ten nadele van de EU-begroting. Om de oprichting van dit nieuwe orgaan te voltooien, moeten verschillende wetswijzigingen worden doorgevoerd in het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering, en moet Richtlijn 2017/1731 betreffende de bestrijding van fraude (bekend als de “PIF-richtlijn”) worden omgezet in Belgisch recht. Dit is het doel van de wet van 17 februari 2021 houdende diverse bepalingen betreffende justitie.

Europees openbaar ministerie

Het Europees openbaar ministerie is een orgaan dat gemachtigd is voor het opsporen, vervolgen en voor de rechter brengen van daders van strafbare feiten die de EU-begroting schaden, zoals fraude, corruptie of ernstige grensoverschrijdende btw-fraude. Het wordt op Europees niveau georganiseerd door verordening 2017/1939, waarvan de omzetting in Belgisch recht meerdere wijzigingen noodzakelijk maakt.

Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Deze wijzigingen hebben tot doel de aanwijzing van gespecialiseerde onderzoeksrechters mogelijk te maken (één per rechtsgebied, behalve in Brussel en in Luik) bij wie de Europese aanklager dossiers aanhangig kan maken om bepaalde onderzoekshandelingen uit te voeren. De onderzoeksrechters blijven andere dossiers behandelen, maar behandelen bij voorrang de Europese dossiers.
Andere aanpassingen bakenen de materiële en territoriale bevoegdheid van het Europees openbaar ministerie af, en meer bepaald van de Belgische Europese aanklager en van de Belgische gedelegeerde Europese aanklagers. De Europese aanklagers en de gedelegeerde Europese aanklagers van de andere betrokken lidstaten hebben immers geen bevoegdheden die uitoefenbaar zijn in het Belgisch systeem. Als een zaak wordt toevertrouwd aan de gedelegeerde Europese aanklager van een andere staat en die in België een onderzoekshandeling wil verrichten, moet hij een verzoek tot samenwerking richten aan de Belgische gedelegeerde aanklager.
De wet houdende diverse bepalingen inzake justitie machtigt overigens de Koning om niet alleen de nadere werkingsregels, maar ook het statuut, de rechtspositie en de wedde van de personeelsleden van de secretariaten van de gedelegeerde Europese aanklagers vast te stellen. Net als de Europese aanklagers die ze bijstaan, moeten deze secretariaten volledig onafhankelijk werken van de bestaande openbare ministeries in de Belgische rechtsorde.
Tot slot is de voorafgaande machtiging van de minister van Justitie niet vereist wanneer een van een derde staat ontvangen ambtelijke opdracht wordt uitgevoerd door de Europese aanklager of de gedelegeerde Europese aanklagers.
Daarnaast zijn er ook nog wijzigingen aan het Wetboek van Strafvordering en de algemene wet inzake douane en accijnzen.

Gerelateerde opleidingen

In het seminarie “Overzicht Cassatierechtspraak binnen het gerechtelijk recht” worden een aantal recente cassatie-arresten gekaderd binnen de context van het burgerlijk proces. Daarbij ligt de focus uiteraard op de impact op de dagdagelijkse procespraktijk.

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect