De onmogelijkheid voor de beklaagde om een volgberoep in te stellen bij een beperkt hoger beroep van het openbaar ministerie schendt zijn rechten van verdediging

08/07/2021

Het Hof van Beroep te Gent wenst te vernemen van het Grondwettelijk Hof of het grondwettig is dat een beklaagde niet beschikt over een bijkomende termijn van 10 dagen om een volgberoep in te stellen bij een hoger beroep van het openbaar ministerie overeenkomstig artikel 205 van het Wetboek van strafvordering, terwijl het openbaar ministerie wel binnen de 10 dagen een volgberoep kan instellen bij een hoger beroep van een beklaagde.

Het Hof oordeelt dat artikel 205 van het Wetboek van strafvordering het gelijkheidsbeginsel en de wapengelijkheid schendt, in zoverre het niet voorziet in een bijkomende termijn van 10 dagen voor de beklaagde die geen hoger beroep heeft aangetekend, om alsnog een volgberoep in te stellen wanneer het openbaar ministerie zijn beroep heeft beperkt tot bepaalde gedeelten van het betwiste vonnis. Uit die vaststelling van ongrondwettigheid volgt dat een dergelijk volgberoep van de beklaagde ontvankelijk moet worden verklaard.

In afwachting van een optreden van de wetgever, staat het aan het Hof van Beroep te Gent om een einde te maken aan de ongrondwettigheid. Wel handhaaft het Hof de gevolgen van de bepaling voor de definitieve rechterlijke beslissingen op tegenspraak die gewezen zijn vóór de bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad, om te vermijden dat definitieve rechterlijke beslissingen in het geding worden gebracht.

Bron: Persbericht Grondwettelijk hof – Arrest nr. 103/2021 van 8 juli 2021

Lees hier de tekst van het volledige arrest.

Gerelateerde opleidingen

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect