Economisch recht – Insolventie van ondernemingen – Faillissement – Verzoek tot kwijtschelding – Termijn voor het indienen van het verzoek – Vervaltermijn

Arrest Grondwettelijk Hof – 21 oktober 2021 – 151/2021

Dit arrest vernietigt art. XX.173, §2 van het Wetboek van economisch recht in zoverre het bepaalt dat de gefailleerde natuurlijke persoon die niet binnen de vervaltermijn van drie maanden na de bekendmaking van het faillissementsvonnis een verzoek tot kwijtschelding van restschulden indient, het recht op die kwijtschelding onherroepelijk verliest.

Het hof argumenteert hiertoe o.m. het volgende:

“Niettegenstaande de laagdrempelige manier waarop de kwijtschelding van restschulden door de gefailleerde kan worden gevraagd, legt de in het geding zijnde bepaling een vormvereiste op waaraan hij dient te voldoen, op straffe van verval, om voor die kwijtschelding in aanmerking te komen. Daaruit volgt dat, wanneer de gefailleerde nalaat tijdig een kwijtschelding van restschulden te vragen, de door de wetgever nagestreefde doelstelling het tweedekansondernemerschap te bevorderen, die als essentieel wordt beschouwd, in het gedrang komt als gevolg van de in het geding zijnde bepaling.”

Lees hier de volledige tekst van het arrest.

Gerelateerde opleidingen

Tijdens onze jaarlijkse studienamiddag “Faillissementsrecht” analyseren mr. Ilse Mertens en mr. Nathalie Vermeersch een aantal belangrijke evoluties in het faillissementsrecht, aangezien er in de tweede helft van 2020 en 2021 heel wat belangrijke arresten en vonnissen werden gewezen.

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect