Bespreking van een recent arrest van het Hof van Justitie:
Een minnelijke schikking kan een vermelding van andere daders bevatten – zonder in strijd te zijn met het principe ‘verdachte is onschuldig tot zijn schuld in rechte bewezen is’ – , op voorwaarde dat
1. deze vermelding noodzakelijk is voor de kwalificatie van de juridische aansprakelijkheid van de persoon die deze schikking heeft getroffen en
2. diezelfde schikking duidelijk aangeeft dat deze andere verdachten in het kader van een afzonderlijke strafprocedure worden vervolgd en hun schuld niet in rechte is komen vast te staan.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 september 2019
Strafzaak tegen AH e.a.
Verzoek van de Spetsializiran nakazatelen sad om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in strafzaken – Richtlijn (EU) 2016/343 – Artikel 4, lid 1 – Vermoeden van onschuld – Publieke verwijzingen naar schuld – Schikking tussen de openbaar aanklager en de dader van een strafbaar feit – Nationale rechtspraak waarin de verdachten die geen dergelijke schikking hebben getroffen, worden geïdentificeerd – Handvest van de grondrechten – Artikel 48
Lees hier de tekst van het arrest.
Volledig artikel en bron: Meese advocaat