15/10/2021
België werd midden september 2021 veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voor een schending van het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) omdat de persoon in kwestie, kort samengevat, tijdens zijn ondervragingen in 2003 geen recht had gehad op bijstand van een advocaat. De persoon werd een schadevergoeding van 14.000 EUR toegekend. Sinds de invoering van artikel 47bis van het Wetboek van Strafvordering (naar aanleiding van het Salduz-arrest uitgesproken door het EHRM eind 2008) heeft eenieder recht op bijstand van een advocaat tijdens een ondervraging.
Confrontatie met politie of justitie kan voor een burger heel wat stress en onzekerheid met zich meebrengen. De verdachte bevindt zich in een bijzonder kwetsbare positie en de advocaat heeft in dergelijke scenario’s dan ook een cruciale rol. Het is vanuit dat oogpunt dat het Europees Hof er destijds voor gekozen heeft de aanwezigheid van een advocaat bij een ondervraging te verplichten als onderdeel van het recht op een eerlijk proces. De superioriteit van de ondervrager, die verregaande kennis heeft over het dossier en de regelgeving en die per definitie macht en gezag uitstraalt, kan door de aanwezigheid van de advocaat uitgebalanceerd worden. Wij verduidelijken graag wat de aanwezigheid van de advocaat onder meer concreet kan betekenen.
Volledig artikel en bron : Van Steenbrugge advocaten