Vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag tijdens gerechtelijke reorganisatie

18/07/2021

Bespreking Cass. 21 juni 2018

Op grond van artikel 164 KB/WIB kan de belastingadministratie een vereenvoudigd derdenbeslag leggen ten laste van de belastingplichtige. De belastingplichtige kan binnen 15 dagen verzet aantekenen tegen het vereenvoudigd derdenbeslag. Indien dergelijk verzet wordt ingesteld, dan behoudt het beslag haar bewarende werking op voorwaarde dat de ontvanger binnen een maand een uitvoerend beslag heeft gelegd overeenkomstig de artikelen 1539 e.v. Gerechtelijk Wetboek (art. 165 KB/WIB).

Echter, tijdens een gerechtelijke reorganisatie dienen we de regels van artikelen 164 en 165 KB/WIB samen te lezen met de artikelen 30-31 WCO (thans artikelen XX.50-51 WER). Volgens deze artikelen kunnen voor schuldvorderingen in de opschorting: 1) geen middelen van tenuitvoerlegging op de roerende of onroerende goederen van de schuldenaar worden voortgezet of aangewend (art. 30 WCO) en 2) kan voor dergelijke schuldvorderingen tijdens de opschorting geen beslag worden gelegd (art. 31, 1ste lid WCO). De reeds eerder gelegde beslagen behouden hun bewarend karakter, maar de rechtbank kan, naargelang van de omstandigheden, er de opheffing van bevelen op voorwaarde dat de opheffing van het beslag geen beduidend nadeel veroorzaakt aan de schuldeiser (art. 31, 2de lid WCO).

Volledig artikel en bron : TBH Actualiteit

 

Gerelateerde opleidingen

Zoek

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect