VVPRbis: volstorten is (blijft) de boodschap

04/01/2022

Sinds 2019 is het VVPRbis-regime van verlaagde roerende voorheffing voor dividenden niet meer gekoppeld aan de voorwaarde van een (volgestort) minimumkapitaal van 18.550 euro. Maar voor oprichtingen en inbrengen die dateren uit de tijd toen die voorwaarde nog wel bestond, blijft men gebonden aan die voorwaarde. De wet wordt binnenkort aangepast om daarover geen twijfel meer te laten. De wetswijziging is specifiek ook gericht tegen vennootschappen die middels een vrijstelling van volstorting dachten te ontkomen aan die voorwaarde. Zij krijgen nog een jaar de tijd om een kapitaalverhoging door te voeren en op die manier alsnog aan de nieuwe (oude) voorwaarde te voldoen.

Onder het zogenaamde VVPRbis-regime kunnen uitgekeerde dividenden voordelig belast worden aan 15% roerende voorheffing in plaats van aan de volle 30% (VVPR staat voor verlaagde voorheffing/précompte réduit). De dividenden moeten dan wel betrekking hebben op aandelen van kleine vennootschappen die verworven zijn met nieuwe inbrengen in geld vanaf 1 juli 2013. En er zijn nog andere voorwaarden. Zo moeten de aandelen volledig volstort zijn. Er moet een wachttermijn gerespecteerd worden (tot het tweede boekjaar na dat van de inbreng om recht te hebben op een tarief van 20%, vanaf het derde boekjaar is het tarief van 15% van toepassing). En vóór 1 mei 2019 stond ook in de wet dat de betreffende vennootschappen een kapitaal moesten hebben van ten minste 18.550 euro. Op die manier werd de fiscale wetgeving afgestemd op het vennootschapsrecht, dat toen nog een minimumkapitaal voorschreef van 18.550 euro voor BVBA’s (fiscaal gold de voorwaarde weliswaar algemeen, niet alleen voor BVBA’s).

Volledig artikel en bron : De Broeck Van Laere

 

Gerelateerde opleidingen

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect