Met welke wijzigingen moet u in 2020 rekening houden op het vlak van de milieuwetgeving in Vlaanderen?

Met welke wijzigingen moet u in 2020 rekening houden op het vlak van de milieuwetgeving in Vlaanderen?
In de loop van 2020 worden enkele belangrijke wijzigingen van kracht op het vlak van de milieuwetgeving in Vlaanderen. In dit artikel geven we u een handig overzicht van de belangrijkste nieuwigheden.

In de loop van 2020 worden enkele belangrijke wijzigingen van kracht op het vlak van de milieuwetgeving in Vlaanderen.

In dit artikel geven we u een handig overzicht van de belangrijkste nieuwigheden. Sommige zijn op 1 januari 2020 in voege getreden (de maatregelen 1 t.e.m. 7 in dit artikel), andere mag u in de loop van dit jaar verwachten.

Maatregelen van kracht sinds 1 januari 2020

1. Emissieplafonds voor SOx, NOx, VOS, NH3 en PM2,5

Vanaf 2020 is de jaarlijkse emissie van de verontreinigende stoffen zwaveloxiden (SOx), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS), ammoniak (NH3) en fijn stof met een aerodynamische diameter kleiner dan of gelijk aan 2,5 mm (PM2,5) van alle bronnen in het Vlaamse Gewest, inclusief de transportsector, beperkt tot hoeveelheden die niet groter zijn dan onderstaande emissieplafonds.

Het Departement Omgeving stelt uiterlijk op 1 december 2020 een verslag op met een raming van de jaarlijkse CO-emissies en de beschikbare informatie over de concentratie van CO-emissies uit stookinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 1 MW of meer en minder dan 50 MW, ingedeeld naar brandstoftype en capaciteitsklasse (Vlarem II, afdeling 2.11.2).

2. Beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) door lekverliezen in bovengrondse vaste houders

Sinds 1 januari 2020 worden die metingen uitgevoerd door een erkend laboratorium in de discipline lucht als vermeld in artikel 6, 5°, b), van het VLAREL. Tot en met 31 december 2019 konden de controles met de IR-camera uitgevoerd worden door elke meettechnicus die over een basiskennis thermografie beschikt zoals vermeld in de NTA 8399:2015.

3. Installaties voor het opwekken van elektriciteit via windenergie

Voor inrichtingen die vóór 1 januari 2012 vergund zijn, gelden de verplichtingen uit afdeling 5.20.6 van Vlarem II vanaf 1 januari 2020 voor inrichtingen die niet uitgerust zijn met een automatisch regelsysteem dat toelaat de slagschaduw en het geluid in voldoende mate te verminderen.

Het nieuw ‘instrumentarium windturbines en externe veiligheid’ trad in werking op 1 januari 2020 en bestaat uit:

  • het Handboek Windturbines;
  • het Rekenblad Windturbines en een bijbehorende handleiding;
  • het Beoordelingskader Windturbines;
  • de leidraad Veiligheidsstudies Windturbines.

Alle documenten van het instrumentarium kunt u consulteren op de website van het Team Externe Veiligheid.

4. Emissiegrenswaarden voor voertuigcoatingindustrie

Sinds 1 januari 2020 geldt voor bestaande installaties voor coating van nieuwe personenvoertuigen met een verbruik aan oplosmiddelen van meer dan 200 ton/jaar en jaarlijkse productie van meer dan 5000 gecoat materiaal de volgende totale emissiegrenswaarde: 35 g/m² of 1 kg/personenwagen + 26 g/m². Tot en met 31 december 2019 gold voor bestaande installaties de volgende totale emissiegrenswaarde: 60 g/m² of 1,9 kg/personenwagen + 41 g/m².

5. Koelinstallaties met gefluoreerde broeikasgassen

Het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen, met een aardopwarmingsvermogen (GWP-waarde) van 2500 of meer voor de service of het onderhoud van koelapparatuur met een hoeveelheid koelmiddelvulling van 40 ton CO2-equivalent of meer, is met ingang van 1 januari 2020 verboden. In de praktijk zal dus geen koelmiddel meer kunnen worden bijgevuld in bestaande koelinstallaties wanneer een lek optreedt.

Vanaf 2020 geldt ook een verbod voor het op de markt brengen van stationaire koelapparatuur die werkt op F-gassen met een GWP-waarde van 2500 of meer. Er zullen dus geen nieuwe koelinstallaties meer op de markt worden gebracht met dergelijke F-gassen als koelmiddel.

6. EPB-haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen bij grote gebouwen

Wie een gebouw laat optrekken met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m², moet uiterlijk één maand na indiening van de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen een EPB-haalbaarheidsstudie indienen bij het Vlaams Energieagentschap. Het gaat hier om een studie naar de mogelijkheid om hernieuwbare-energietechnologie toe te passen.

De Vlaamse minister van Energie wijst de energievormen aan die vanaf 1 januari 2020 moeten onderzocht worden (stadsverwarming en stadskoeling, warmte-krachtkoppeling, warmtepompen, biomassaketels, zonneboilers, warmtepompboilers of zonnepanelen) en bepaalt dat er via een webapplicatie gerapporteerd moet worden over de resultaten van die haalbaarheidsstudie.

7. Erkende MER-coördinatoren

De voorbije jaren wees de initiatiefnemer van een plan of project onder zijn MER-deskundigen één deskundige aan die dan gepromoveerd werd tot ‘MER-coördinator’. Vanaf 1 januari 2020 kan die rol alleen nog opgenomen worden door een erkend MER-coördinator.

Maatregelen te verwachten vanaf 1 juni 2020

8. Opslag van brandbare vloeistoffen in bovengrondse houders

De bovengrondse houders die geen deel uitmaken van een tankenpark voldoen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, uiterlijk op 1 juni 2020 aan art. 5.6.1.3.1 (inkuiping), art. 5.6.1.3.6 (fundering), art. 5.6.1.3.7 (inkuiping) en art. 5.6.1.3.8 (afstand tussen de houders onderling en tussen de houders en de binnenwanden van de inkuiping of de onderkant van de dammen) van Vlarem II.

9. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders

Uiterlijk op 1 juni 2020 moeten bovengrondse houders, die geen deel uitmaken van een tankenpark (tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit) voldoen aan artikel 5.17.4.3.1 (inkuiping), 5.17.4.3.6 (fundering), 5.17.4.3.7 (inkuiping) en 5.17.4.3.8 (afstand tussen de houders onderling en tussen de houders en de binnenwanden van de inkuiping of de onderkant van de dammen) van Vlarem II.

Maatregelen te verwachten vanaf 1 juli 2020

10. Controle-inrichting bij gesloten afvoer voor lozingen van afvalwaters

De exploitant houdt een technisch dossier en een logboek per debietsmeter, conform de voormelde code van goede praktijk, ter inzage voor de toezichthouder en de VMM. Dat technisch dossier en logboek moeten uiterlijk op 1 juli 2020 beschikbaar zijn.

11. Bedrijfsafvalwater vleeswarenverwerking, uitgezonderd vetsmelterijen

Voor oppervlaktewaterlozers gaat het voornamelijk om een verstrenging van sectorale lozingsnormen vanaf 1 juli 2020 voor totaal BZV, CZV, totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Voor rioollozers is er vanaf 1 juli 2020 een lozingsnorm voor de parameters koper en zink, en geval per geval voor cadmium, chroom, kwik, nikkel en chloride. Voor die laatste parameters is er een kans op lozing boven IC GS, waardoor eventueel een lozingsnorm moet aangevraagd worden in 2020.

12. Bedrijfsafvalwater visverwerkende nijverheid

Voor oppervlaktewaterlozers gaat het voornamelijk om een wijziging van sectorale lozingsnormen vanaf 1 juli 2020 voor totaal N. Voor rioollozers is er vanaf 1 juli 2020 een lozingsnorm voor de parameters koper en zink, en geval per geval voor arseen, cadmium, lood, seleen en chloride. Vooral bij verwerking van schaaldieren, vette vis en paling is er een kans op lozing boven IC GS, waardoor een lozingsnorm moet aangevraagd worden in 2020.

Maatregelen te verwachten vanaf 1 oktober 2020

13. De opvang en de behandeling van verontreinigd hemelwater bij afvalopslagbedrijven

Voor inrichtingen waarvan de niet-overdekte buitenopslag van afvalstoffen, met uitzondering van de opslag van de inerte afvalstoffen en niet-teerhoudend asfalt, een opslagcapaciteit van 4000 ton of minder bedraagt, en die vóór 1 oktober 2019 vergund zijn, geldt de verplichting voor de plaatsing van slibopvang en KWS-afscheider vanaf 1 oktober 2020.

Bron: https://hseworld.wolterskluwer.be/nl/nieuws/milieu/wat-verandert-in-milieuwetgeving-vanaf-1-januari-2020/

Zin in meer?

Pieter Grauls licht de belangrijkste milieuverplichtingen toe tijdens het dagseminarie “Update milieuadministratie” van Kluwer Opleidingen. Is de milieuadministratie redelijk nieuw voor u, dan kan u altijd de basisopleiding milieuadministratie volgen.

Meer informatie over de opleidingen Opslag gevaarlijke producten volgens Vlarem en De verplichtingen voor koelinstallaties en airco’s en andere vindt u op onze campagnepagina Leefmilieu.

Avatar foto

Auteur

Audrey Van den Bempt is productmanager voor de opleidingen, trainingen en congressen in HSE en in het hr-domein. Ze volgt nauwlettend de trends en ontwikkelingen op en vertaalt ze in praktijkgerichte opleidingen die beantwoorden aan de leerbehoeften van hr- en HSE-professionals vandaag.

Lees ook

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect