Van Paasakkoord naar Programmawet – dit zijn de nieuwe fiscale maatregelen (deel 2)

Finance, tax & accounting

VVPR bis regime/liquidatiereserve

Kleine vennootschappen

De nieuwe programmawet voorziet dat dividenden uitgekeerd door vennootschappen die ‘klein’ zijn, onder bepaalde voorwaarden kunnen genieten van een verlaagde roerende voorheffing in plaats van het normale tarief van 30%.

Het gunstregime VVPR-bis is enkel toepasselijk voor nieuwe aandelen die zijn uitgegeven vanaf 1 juli 2013, hetzij bij de oprichting van de vennootschap, hetzij bij een kapitaalverhoging. De aandelen moeten volledig volstort zijn en op naam staan. Onder voorbehoud van enkele uitzonderingen mogen de aandelen na inbreng niet meer worden overgedragen.

Mits alle voorwaarden zijn voldaan, voorziet het VVPR-bis regime dat kleine vennootschappen voordelig dividenden kunnen uitkeren als volgt:

  • Als de uitkering plaatsvindt na een wachttijd van 3 jaar tegen een tarief roerende voorheffing van 20%.
  • Wanneer het dividend pas na 4 jaar of later wordt uitgekeerd, daalt het tarief verder naar 15%.

Kleine vennootschappen hebben ook de mogelijkheid om deel van hun belaste winst over te boeken naar een liquidatiereserve. Op het moment van deze boeking is er een anticipatieve heffing van 10%.

Bijkomende roerende voorheffing

Bij latere uitkering van deze liquidatiereserve is er nog bijkomend roerende voorheffing verschuldigd, waarvan het tarief wordt bepaald door het moment van de uitkering:

  • Indien de reserve na minstens 5 jaar wordt uitgekeerd als dividend, geldt een verlaagd tarief van 5%.
  • Als de liquidatiereserve voor het verstrijken van de 5 jaar termijn wordt aangetast, bedraagt het tarief roerende voorheffing 20%.
  • Wanneer de liquidatiereserve pas bij de vereffening van de vennootschap wordt uitgekeerd, is er geen bijkomende roerende voorheffing meer verschuldigd.

Verkorting van de wachttijd

De nieuwe programmawet past het stelsel van liquidatiereserves aan in een poging om de belastingheffing tussen de twee stelsels beter op elkaar af te stemmen.

Zo zal de wachttijd voor voordelige uitkering worden verkort van 5 jaar naar 3 jaar, maar stijgt het voordeeltarief van 5% naar 6,5%. Omgerekend betekent dit een effectieve belastingheffing van 15% (in plaats van momenteel 13,64%), hetgeen aansluit met het voordeligste scenario onder het VVPR bis regime. Uitkeringen die plaatsvinden voor de wachttermijn van 3 jaar is verstreken, worden onderworpen aan het normale tarief roerende voorheffing ad 30%.

Het VVPR bis regime, zoals we dit heden kennen, blijft onverkort bestaan.

Exit-heffing bij emigratie van vennootschappen

Er komt een nieuwe exit-heffing vanaf 1 juli 2025.

De nieuwe programmawet vult het begrip dividend in die zin aan dat een dividend ook wordt geacht te zijn toegekend aan de aandeelhouders van een vennootschap in geval van zetelverplaatsing of wanneer deze deelneemt aan herstructureringsoperaties (fusie, splitsing, enz.) waarbij activa naar het buitenland worden overgebracht.

In principe is deze fictieve dividenduitkering onderworpen aan een heffing van 30%, tenzij het kan worden vrijgesteld door toepassing van het stelsel van de liquidatiereserves.

Indien de aandeelhouder aan de vennootschapsbelasting is onderworpen, kan de DBI-aftrek worden toegepast.

Het permanent invoeren van 6 % btw voor sloop en heropbouw

Op vlak van btw-maatregelen voorziet de nieuwe programmawet volgende wijzigingen:

  • De nieuwe regeling voor het verlaagd btw-tarief van 6% voor afbraak en heropbouw van woningen (Circulaire 2025/C/48)
  • Verhoging van het btw-tarief voor steenkool (Circulaire 2025/C/46)
  • Uitsluiting van het 6% btw-tarief voor bepaalde verwarmingsinstallaties (Circulaire 2025/C/47)

En verder …

Deze maatregelen zaten in het Paasakkoord, maar zijn niet terug te vinden in de huidige programmawet:

  • Uitbereiding gebruik CAP
  • Verlaging van loonkosten
  • Verhoging van het belastingkrediet voor zelfstandigen
  • Het optrekken van de fiscale grenzen voor studentenarbeid
  • De afschaffing van de federale interestaftrek voor een tweede woonst.
  • Een langere overgangsperiode voor de fiscale voordelen van hybride wagens.
  • Het niet indexeren van bepaalde fiscale grensbedragen in de komende jaren. Het gaat dan o.a. om het maximumbedrag langetermijnsparen (€ 2.450) en de vrijstelling dividenden (€ 833). De bevriezing van de grens voor pensioensparen wordt uitgesteld tot het aanslagjaar 2027.

En de meerwaardenbelasting?

Tot slot nog dit. Net voor de zomervakantie bereikte de regering een akkoord over het principe van een meerwaardebelasting op financiële vaste activa, de zogenaamde “solidariteitsbijdrage”. Ook deze bepalingen zijn niet terug te vinden in deze programmawet, en zullen dus nog nader uitgewerkt moeten worden. Meer hierover in ons artikel “Meerwaardenbelasting – wat staat er in het akkoord?“.

De impact van de regeringsmaatregelen op jouw vakgebied

Bij NCOI Learning volgen we deze ontwikkelingen op de voet. In nauwe samenwerking met onze ervaren docenten en inhouse-experts vertalen we deze hervormingen naar een praktijkgericht en up-to-date opleidingsaanbod.

Onze missie? Jou als professional voorbereiden op de toekomst, met de juiste kennis en tools om de nieuwe regelgeving correct toe te passen in jouw dagelijkse praktijk.

Ben jij HR-manager, jurist, advocaat, accountant of financieel expert? Dan is het cruciaal om nu al inzicht te krijgen in de impact van deze Programmawet.

👉 Ontdek hier onze geselecteerde opleidingen en bereid je optimaal voor op de toekomst. 🚀