De basisprincipes in machineveiligheid toegelicht voor de preventieadviseur: interview met Dirk Van Mechelen, Manager Prosave

Gezondheid, veiligheid, milieu & kwaliteit (ESG)

De Machinerichtlijn is Europese regelgeving die eisen bevat waaraan machines, bestemd voor de Europese markt, moeten voldoen. Een zorgvuldige opvolging van deze richtlijn door fabrikanten en ondernemingen heeft een gunstige impact op de veiligheid op de werkvloer. Toch loeren er letterlijk en figuurlijk allerlei gevaren om de hoek die de toepassing ervan – en dus ook de veiligheid van werknemers – in gevaar kunnen brengen. We vroegen tekst en uitleg aan Dirk Van Mechelen, expert in machineveiligheid en docent van de opleidingscyclus ‘Certified expert machineveiligheid’ van NCOI Learning.

Welke wetgeving en normen dienen als kader voor machineveiligheid?

DVM: “Hier komen twee pistes in beeld, namelijk de Machinerichtlijn zelf (vanuit economisch oogpunt) en de wetgeving rond arbeidsmiddelen.”

“Beide pistes hebben een technisch kader, met evidente aandachtspunten voor het vermijden van lichamelijk letsel en schade.

De Machinerichtlijn dient als basis voor de wetgeving rond aangedreven mechanische samenstellen, en dit via het aanbieden van een veiligheids- en gezondheidsniveau voor machines die voor de eerste keer op de markt gebracht worden of in dienst genomen worden.

De wetgeving rond arbeidsmiddelen focust op de relatie tussen werkgever en werknemer, waarbij de werkgever maximale inspanningen moet doen om de veiligheid en het welzijn van zijn medewerkers te garanderen.”

“In de Europese Economische Ruimte hanteert men momenteel een tweetrapsraket wat het veiligheidsniveau betreft: voor technische vereisten van bestaande machines ligt de lat wat lager, terwijl het niveau voor nieuwe machines een pak hoger wordt gelegd. Op termijn zal het gebruik van oude machines uitdoven, wat het veiligheidsniveau automatisch zal opkrikken. Ook belangrijk is dat de strengere veiligheidsvereisten steeds van toepassing zijn als men vandaag installaties of grotere projecten samenstelt.”

“Machineveiligheid is opgebouwd rond doelstellingen. De Europese wetgever lanceerde in 1985 een new approach om de veiligheid van machines maximaal vorm te geven. De verschillende EU-lidstaten waren echter niet in staat om deze Europese regelgeving in detail uit te schrijven, waardoor deze new approach een algemene doelstelling bleef met vage doelstellingen naar fabrikanten toe. Dit was vanaf het begin al de bedoeling.”

“Daarom werd de voorbije jaren een bijkomend kader van ca. 900 Europese normen gecreëerd, ter ondersteuning van de Machinerichtlijn. Deze aanpak geldt voor alle EU-lidstaten. Een belangrijk pluspunt van deze normen was en is dat zij niet enkel de doelstellingen verder aflijnen, maar ook het gewenste technische kwaliteitsniveau aangeven bij de productie van een machine.”

“In principe moeten fabrikanten deze normen nauwgezet opvolgen. Een verplichting is dit echter niet, omdat de Europese Commissie oordeelt dat een te strenge normering nefast is voor innovatie op het vlak van ontwikkeling en productie van nieuwe machines.”

“Deze normen kunnen ook als leidraad gebruikt worden door de aankoper van een onderneming om te bepalen aan welke criteria een gewenste machine of installatie moet voldoen. In dat geval kunnen bepaalde gewenste normen in het lastenboek opgenomen worden, waarna de preventieadviseur – bij oplevering – de normen kan vergelijken met de geleverde machine. Een goede inhoudelijke kennis van de normen is dus zeker een pluspunt, al is dit in de praktijk weinig realistisch omwille van het groot aantal normen. Vooral in grote ondernemingen is deze expertise aanwezig. Kleinere bedrijven vertrouwen hiervoor meestal op externe consultants.”

Hoe moet een preventieadviseur de rol en de impact van de sociale regelgeving voor Arbeidsmiddelen inschatten?

DVM: “de wetgeving rond machineveiligheid bevat twee luiken, namelijk een economisch luik en een sociaal luik. Een preventieadviseur moet erop toezien dat bij de overgang van constructie naar gebruiker (en dus van fabrikant naar collega’s op de werkvloer) of de opgeleverde machine een CE-markering en een Verklaring van Overeenstemming heeft. Indien deze niet aanwezig zijn, dan mag een machine niet in dienst gesteld worden. Hij moet hierover advies uitbrengen aan zijn werkgever door middel van het verslag van indienststelling. Deze opdracht is relatief eenvoudig bij kleine machines, maar heel wat complexer bij grotere installaties.”

“Ik maak een korte zijsprong naar het verslag van indienststelling. Dit document moet door de interne preventieadviseur opgesteld worden voor elke machine, installatie en apparaat als het de eerste maal gebruikt wordt. Dit verslag garandeert dat de wetten inzake veiligheid en hygiëne worden nageleefd. Dit verslag garandeert dus dat er maatregelen genomen zijn tegen risico’s die ontstaan door factoren die niet gedekt zijn door het CE-label, denk maar aan arbeidsomgeving of lawaai. Ook de werkinstructies moeten worden beschreven in het verslag.”

“Daarnaast wordt de taak van een preventieadviseur er niet eenvoudiger op als in de onderneming beslist wordt om een oude installatie aan te vullen met nieuwe onderdelen van bijvoorbeeld vijf verschillende leveranciers. Hoe moet dit gecoördineerd worden? Hoe kan men de veiligheid garanderen? Welk advies moet een preventieadviseur formuleren? Deze situatie wordt nog complexer bij bijvoorbeeld een wijziging van twee productielijnen naar één lijn, de vervanging of uitbreiding van een stuk,… De kernvraag hierbij is of dergelijke aanpassingen opnieuw gecertificeerd moeten worden. En zo ja, slechts een deel of toch het geheel? Preventieadviseurs krijgen hiervoor weinig wettelijke ondersteuning, dus ook hiervoor rekenen ze dikwijls op advies van consultants. Dit is trouwens geen typisch Belgisch fenomeen, maar ook problematisch in heel wat andere Europese landen.”

Bij de bespreking van de Machinerichtlijn mag een korte toelichting van het LOTOTO-principe niet ontbreken. Kunt u dit principe kort schetsen? En waarom is dit principe belangrijk?

DVM: “LOTOTO staat voor Lock Out – Tag Out – Try Out, wat zoveel betekent als Stopzetten/vergrendelen – Markeren – Controleren. Dit is een veiligheidsprocedure die mensen moet beschermen die (onderhouds)werkzaamheden uitvoeren aan machines, installaties of apparatuur. LOTOTO zorgt ervoor dat een fysieke afscherming voor de onderhoudsmedewerker of monteur wordt gecreëerd, door ervoor te zorgen dat inschakelen of opstarten tijdens de werkzaamheden niet meer mogelijk is.”

“Lock Out kan men ook omschrijven als “het energievrij schakelen”, waarbij energie diverse vormen kan aannemen: elektrische energie (die moet uitgeschakeld worden tijdens werkzaamheden), perslucht (die moet afgezet worden) of een mechanische beweging (bijvoorbeeld een machine stilleggen door het openen van een toegangsdeur).”

“Tot daar de theorie wat lock out betreft, want deze fase in de procedure dient tot niets als een medewerker achter de rug van de onderhoudsmedewerker de toegangsdeur opnieuw sluit of een elektriciteitsschakelaar terug aanzet. Door een Tag Out voorziet men een extra slot (en dus beveiliging) op de werkomgeving, wat de onderhoudsmedewerker extra veiligheid garandeert. Maar ook deze fase volstaat niet. Het blijft uiteraard cruciaal om de hele procedure goed te testen. En daarvoor dient de fase ‘Try Out’.

“Meer en meer wordt het LOTOTO-principe vervangen door het nieuwe, hippe buzzword COHE, wat staat voor Control of Hazardous Energies. Het basisprincipe blijft hetzelfde, namelijk het optimaal beveiligen van een machine of installatie om er veilig aan te kunnen werken.”

Zin in meer?

Volg de opleidingsreeks Certified expert machineveiligheid, of kies de module die het best bij u past. Daarnaast kunt u ook de opleiding Veiligheid bij het ontwerpen van machines volgen. Bent u specifiek op zoek naar een opleiding rond het controlleren van elektrische installaties, dan kan u de opleiding Controles van elektrische installaties voor preventieadviseurs bijwonen.

Relevante opleidingen

Basisopleiding Vertrouwenspersoon

Als vertrouwenspersoon op het werk ben je vooral praktisch bezig: luisteren, adviseren, bemiddelen ... Maar niet uit de losse pols! Ken de wetgeving, beheer de theorie en pas ze meteen toe via praktijkoefeningen. Collega’s nemen je na de opleiding 'Vertrouwenspersoon: basisopleiding' met een nog geruster hart in vertrouwen.
Bekijk deze opleiding Bekijk de opleiding "Basisopleiding Vertrouwenspersoon"

Milieuadministratie: basisopleiding

De opleiding 'Milieuadministratie: basisopleiding' geeft een overzicht van de voornaamste bronnen van milieuwetgeving en milieuvergunningen. Je verkent de wettelijke verplichtingen inzake bodem, afval, water, lucht en energie. Aan de hand van oefeningen ontdek je welke milieuverplichtingen er zijn en hoe je die eenvoudig en pragmatisch kan invullen.
Bekijk deze opleiding Bekijk de opleiding "Milieuadministratie: basisopleiding"